GLAS RECONSTRUCTIES

In 1991 startte Museum Boymans-van Beuningen met de voorbereidingen voor een grote overzichtstentoonstelling van archeologisch glas uit Nederlandse en Vlaamse bodem. Bij archeologische opgravingen worden zelden gave of complete glazen gevonden. Deze voorwerpen bestaan, mede door doelbewust zeven van het opgravingsmateriaal veelal uit meerdere fragmenten, die ‘archeologisch compleet’ zijn, dwz. objecten waarvan het profiel geheel aanwezig is. Deze fragmenten die wel bij elkaar horen maar, door het ontbreken van verbindende scherven, niet altijd op elkaar passen of met een te klein raakvlak, moesten aantrekkelijk en vooral duidelijk gepresenteerd kunnen worden.

Samen met Archeoplan werd gezocht naar een methode om dergelijke voorwerpen op te kunnen stellen. Bij die opstelling was van belang dat de totale vorm van het voorwerp zonder nadere uitleg duidelijk zou zijn. In eerste instantie gingen wij uit van twee principes; één, het opstellen van de fragmenten en twee, het maken van b.v. een afbeelding van de oorspronkelijke vorm. Deze methode verhelderde wel het beeld van de oorspronkelijke vorm van het voorwerp maar liet het getoonde glas zélf niet spreken.

Omdat de collectie bestond uit zeer verschillende voorwerpen en dito vormen en kleuren werd gezocht naar een éénduidige oplossing voor vorm en opstelling. Het invullen van de ontbrekende delen met een hars werd niet overwogen om verschillende redenen; de voornaamste kwam voort uit ethische overweging. Harsaanvullingen zijn fraai voor ten hoogste 10 jaar; door vergeling en veroudering passen deze niet meer bij het glas en trekken soms los en breken de originele scherven.

Bij minder gefragmenteerde objecten was het voldoende om met kleine stukjes perspex de lacunes in te vullen die zorg dragen voor een stabiel object. De stukjes worden zo geslepen dat ze van eenzelfde dikte zijn als het glas en exact passend.

Als een object sterk gefragmenteerd was en/of incompleet bleek dat geen oplossing te zijn. Na enige experimenten met verschillende materialen voor het opstellen van de fragmenten bleek, door gebruik van perspex plaat materiaal, een combinatie van ondersteunen en lijnenspel de ideale oplossing voor het probleem. Door gebruik te maken van verschillende dikten transparant perspex was het mogelijk om bijna elk voorwerp in vorm en lijn te reconstrueren. Een perspex kruis ondersteunde en completeerde de verschillende glasfragmenten, of vormde een overbrugging. De omtrek van het heldere perspex zorgde voor een, voor het oog, duidelijke niet storende voortzetting van de vorm.

Technisch gezien betekende het dat van elk voorwerp één of meerdere doorsneden getekend moest worden voor het bepalen van de oorspronkelijke vorm. Hierna werd, mede afhankelijk van de vorm, het aantal fragmenten en de eenvormigheid, een aanzicht bepaald van het glas. De dikte van het te gebruiken materiaal varieerde van 1 tot 5 mm en werd niet bepaald door de scherfdikte van het glas. Het gebruik van verschillende dikten werd meer bepaald door b.v. vorm, kleur en grootte van een glazen voorwerp. De constructie mocht in geen geval opvallen als storend of overheersend. Door het toepassen van te dun materiaal leek het of het de verschillende glasfragmenten zweefden; door te dik materiaal werd de vorm plomp en overheerste de ondersteuning. Deze keuzen zijn mede bepalend geweest voor de eenheid in een veelheid van voorwerpen.

Inmiddels zijn voor vele archeologische diensten en musea, in binnen en buitenland, meer dan 300 objecten archeologisch glas, door middel van reconstructies toonbaar gemaakt.

Door gebruik van transparant materiaal is een suggestie ontstaan van een doorlopende glasvorm en trekt de ondersteuning zelf geen aandacht. Wij menen dat door actieve conservering van glasfragmenten zeer veel prachtige glazen voorwerpen en niet eerder bekende vormen, door het toepassen van deze reconstructie, toonbaar zijn en voor onderzoek beschikbaar blijven.